Vandaag, vier maart, is het Nationale grammaticadag. Een goed moment om de meest gemaakte fouten in sollicitatiebrieven te bespreken! Maak jij deze fouten ook? Vanaf nu in ieder geval niet meer!

1. ‘Me’ in plaats van ‘mijn’ of ‘mij’

Veel mensen schrijven ‘mijn’ of ‘mij’ als ‘me’. ‘Me’ kan alleen als ‘gereduceerde’, onbenadrukte, vorm van ‘mij’ gebruikt worden. Mij is geen bezittelijk voornaamwoord; net zoals mij zusje niet goed is, is ook me zusje niet juist. Me is nooit een alternatief voor mijn/m’n.

2. Opzoek/op zoek

‘Ik ben op zoek naar een baan’ is goed. De combinatie ‘op zoek zijn naar’ wordt in losse woorden geschreven. In ‘op zoek’ is het woord zoek van oorsprong een zelfstandig naamwoord. Dit geldt ook voor ‘op weg’ en ‘op reis’. Alleen als het een werkwoordsvorm is, is opzoek één woord, zoals: ‘Wil je dat ik dat boek even voor je opzoek?’ Hier is het namelijk een vorm van het werkwoord ‘opzoeken’. Alle vervoegde vormen van dat werkwoord zijn één woord.

3. Meest

Dit is een (irritante) taalfout die wordt gevoed door de Engelse taal. Steeds vaker zeggen we ‘meest mooie’, ‘meest slimme’, ‘meest knappe’. Dit is in het Nederlands fout! In het Engels is het inderdaad ‘most beautiful’, ‘most popular’, ‘most handsome’, maar in het Nederlands is het gewoon ‘mooiste’, ‘populairste’, ‘knapste’.  Uiteraard zijn er een aantal uitzonderingen, zoals bij het woord stupide. ‘Meest stupide’ is in dit geval wel correct, want ‘stupiedste’ bestaat niet. ‘Meest praktische’ is ook goed, want ‘praktischste’ klinkt raar, niet?

We adviseren je eerst om te kijken of je het woord ‘meest’ weg kunt laten. Vaak hoor en zie je wel dat dit in de meeste gevallen ook gewoon mogelijk is. Hoe korter het woord, hoe groter de kans dat je ‘meest’ helemaal niet nodig hebt.

4. Besef dat/Realiseer mij

Deze werkwoorden lijken op elkaar, maar beseffen is geen wederkerend werkwoord. Dit betekent dat je altijd ‘ik besef dat’ en niet ‘ik besef mij dat’ moet gebruiken. Bij een wederkerend werkwoord, zoals realiseren gebruik je juist wel mij: ‘ik realiseer mij dat’ en niet ‘ik realiseer dat’.

5. Dat of die?

Welke woorden moeten we gebruiken om te verwijzen naar een zelfstandig naamwoord? Er zijn drie soorten woorden, namelijk mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden. Zij hebben allemaal hun eigen verwijswoorden, namelijk:

  • Mannelijke woorden: hem, zijn, die of deze
  • Vrouwelijke woorden: haar, die of deze
  • Onzijdige woorden: hem, zijn of dat

Voorbeelden:
De prinses dat –> De prinses die
Het strand die –> Het strand dat
De kabouter dat –> De kabouter die
Het schrift die –> Het schrift dat

Als je twijfelt over het geslacht van een woord kan je dit altijd opzoeken. Dit staat bijvoorbeeld vermeld achter het woord in het Groene Boekje of in het woordenboek.


Kaylee Latumahina
04-03-2018